Het lijkt zo simpel: je gooit je was in de wasmachine, voegt een scheut vloeibaar wasmiddel toe, en drukt op start. Maar toch vragen veel mensen zich af: in welk vakje moet vloeibaar wasmiddel eigenlijk? Een goede dosering én plaatsing van je wasmiddel zorgen niet alleen voor schone was, maar verlengen ook de levensduur van je wasmachine. In deze blog leggen we precies uit waar je vloeibaar wasmiddel in het wasmiddelbakje doet, welke verschillen er zijn tussen wasmachines, en geven we tips voor het kiezen van het juiste vloeibare wasmiddel voor jouw situatie.
Waar hoort vloeibaar wasmiddel in het wasmiddelbakje?
Bij de meeste wasmachines bestaat het wasmiddelbakje uit drie verschillende vakjes. Deze vakjes zijn vaak aangeduid met een I, II en een symbooltje van een bloemetje (vaak als *). Vakje I is bedoeld voor de voorwas, vakje II voor de hoofdwas, en het vakje met het bloemetje is voor wasverzachter. Voor een standaard wasbeurt gebruik je meestal alleen de hoofdwas, dus vakje II.
Vloeibaar wasmiddel hoort in het vakje voor de hoofdwas, aangegeven met een II of 2. Dit is het grootste vakje van de drie. Vul dit vakje tot het aangegeven maximum met het vloeibare wasmiddel. Gebruik je geen voorwasprogramma, laat vakje I dan leeg. De meeste mensen gebruiken geen wasverzachter, maar als je dat wel wilt, doe je die in het vakje met het bloemetje.
Heb je een wasmachine met een speciaal doseerbakje voor vloeibaar wasmiddel? Sommige moderne machines hebben een apart, klein bakje dat je in vakje II plaatst. Hierin giet je het vloeibare wasmiddel, zodat het niet te snel wegspoelt. Controleer altijd de handleiding van jouw wasmachine voor specifieke instructies, want het verkeerd toevoegen van wasmiddel kan leiden tot minder schone was of zelfs verstoppingen.
Verschillende wasmachines en hun vakjes voor wasmiddel
Niet elke wasmachine heeft exact hetzelfde wasmiddelbakje. Oudere modellen hebben soms maar twee vakjes, terwijl luxe, moderne machines meerdere compartimenten en zelfs automatische doseersystemen hebben. Bij een basismodel kun je meestal uitgaan van de standaardindeling: I voor voorwas, II voor hoofdwas, en * voor wasverzachter. Maar let op, de symbolen kunnen soms ook anders zijn aangegeven of op een andere plek zitten.
Sommige nieuwe wasmachines zijn uitgerust met automatische doseringssystemen, zoals het populaire TwinDos-systeem van Miele. Hierbij vul je een apart reservoir met vloeibaar wasmiddel, en de machine doseert automatisch de juiste hoeveelheid tijdens het wasprogramma. Hier hoef je dus niet zelf het wasmiddel in het bakje te gieten. Dit is niet alleen handig, maar zorgt ook voor een optimaal wasresultaat én besparing op wasmiddel.
Daarnaast wordt het bij was-droogcombinaties nog weleens onduidelijk welk vakje je moet gebruiken. In de meeste gevallen blijft de indeling hetzelfde: hoofdwas in vak II. Maar sommige machines hebben speciale inzetbakjes voor vloeibaar wasmiddel, om te voorkomen dat het direct in de trommel loopt. Controleer dus altijd je gebruikershandleiding of vraag advies in onze winkel als je twijfelt. Zo kom je altijd tot het beste resultaat en haal je het meeste uit je vloeibare wasmiddel.
Het kiezen en juist gebruiken van vloeibaar wasmiddel lijkt misschien een detail, maar het is essentieel voor een schone, frisse en langdurig mooie was én voor een goed werkende wasmachine. Door goed te letten op in welk vakje je vloeibaar wasmiddel hoort, voorkom je problemen en haal je het beste uit je apparaat. In onze winkel vind je een ruim assortiment aan vloeibare wasmiddelen, geschikt voor elk type wasmachine en wasgoed. Kom gerust langs of bestel eenvoudig online: wij helpen je graag aan het perfecte wasmiddel voor jouw huishouden!